Van Andermatt naar Chur met een omweg over 8 alpenpasse in Zwitserland |
|
De met rood ingetekende omweg. Onderstreept zijn de pashoogtes. 460 km. en een hoogte verschil van 7781 meter. |
De maand Augustus 2006 was een van de slechtste maanden sinds vele jaren. Veel regen en erg koude dagen lieten weinig hoop op een mooie herfst. Maar toen ik de weersverwachtingen in het eerste weekeinde van september zag, pakte ik mijn fietstassen in en maandag morgen om 10 uur stond ik in Andermatt klaar voor mijn herfsttour.
De Oberalppass verbindt centraal Zwitserland met het kanton Graubünden. In 11 km. gaat het 600 meter naar boven, meestal met een stijgingspercentage van 10 %. Voor de pashoogte fiets ik door een lawinegallerie en rechts lopen de rails van de Glacier Express met op de achtergrond een meertje. Op bijna elke pashoogte vindt je er wel een.
Vanaf de pashoogte loopt een wandelpad waarover je in 2 en driekwart uur aan de het meer van Toma staat. Het is de bron van de Rijn.
Langzaam gaat het naar boven |
Lukmanierpas met stuwmeer |
|
Terugblik in het dal van Surselva, Disentis. |
Van de Oberalppas gaan de eerste 4 km. in haarspeldbochten naar beneden, dan wordt het een beetje vlakker en via Rueras, Tujetsch en Sedrun kom ik die middag in Disentis aan. Hier bereid ik me lichamelijk en geestelijk voor op de volgende pas, de Lukmanier. Het begint meteen met 10% stijging, een paar tunnels en dan wordt het een beetje vlakker. Voordat ik boven aankom is er nog een tunnelgalerie van een halve kilometer en in deze tunnel is het hoogste punt bereikt. Dat heb ik nog nooit gezien een pashoogte in een tunnel.
Met al die tunnels ben ik blij dat ik een automatisch licht heb aan mijn fiets, vooral voor de afdalingen. Het weer helpt er aan mee dat ik geniet van deze dag. Bij de aankomst moe maar tevreden dat ik nu boven ben, want ik heb tog zo'n 20 kilo gewicht aan bagage bij me. Aan het einde van de tunnel is een restaurant en ik vind dat ik nu het avondeten verdiend heb.
|
In deze gallerie is de pashoogte(1915 m) van de Lukmanier. |
Tot Biasca gaat het nu 1612 meter naar beneden. Het enige wat ik moet doen is af en toe afremmen. Nog 17 km. tot Bellinzona waar ik een poosje blijf. Niet allen voor de 3 kastelen (Castelgrande, Montebello und Sasso Corbaro) maar ook voor de Tessiner Flair, ben ik graag hier. Ik fiets naar Splügen (60km) via de Bernardinopas.
De eerste 30 km tot Misox gaat het gematigd omhoog. Daarna krijgt ik meer het idee van een passtraat. Vanaf het vakantiedorp San Bernardino komen de haarspeldbochten met 12%
Voor het gemotoriseerde verkeer begint hier de tunnel van 7 km. Via de pashoogte zijn het 15 km. Zo kan ik me voorstellen met hoeveel bochten het naar boven gaat. Boven is er net als op de meeste pashoogtes een meertje.
Als ik naar beneden rijd, tref ik een Nederlands echtpaar dat dapper met de fiets de berg opklimmt. Ze komen uit het land van Maas en Waal. Zij moeten nog een stuk harder en verder fietsen dan ik, en de middag begint al te slinken. Daarom hebben we niet zo veel tijd om te babbelen.
Voor mij gaat het nu alleen maar in een hoog tempo naar beneden en verheug me op een lekkere douche op de camping van Splügen en een flinke maaltijd in het dorp.
|
Terugblik van San Brenardino |
Valle Mesolcina |
S.Bernardino Pashoogte |
Omdat Splügen al op een hoogte van1457 meter ligt hoef ik vandaag niet zo ver omhoog. (Pashoogte 2115 meter).
Vanaf de camping fiets ik over de Hinterrijn, onder de autoweg door en dan begint het direkt met 10% en haarpeldbochten te stijgen. Af en toe gunt het bos mij een blik terug in het dal. Na een paar km. wordt het vlakker en het tempo hoger, tot aan de boomgrens. Vandaar begint het weer te stijgen met over 10%. Ik fiets langs de Zwitserse douane en dan nog één kilometer, en ik ben boven waar de Italianen hun douanepost hebben.
Het is voorbij met het mooie wegdek. Veel gaten die gedeeltelijk gerepareerd zijn en onverlichte tunnels van soms over een halve km. Daarom is het uitkijken geblazen en is de gedeeltelijk zeer steile afdaling gevaarlijk. Naar Chiavenna is de afdaling bijna 1800 meter over een afstand van 35 km. Na een paar km. kom ik langs het Lago di Monte Spluga. Erg weinig water heeft dit stuwmeer maar een fantastische uitzicht. Aan het begin en einde van dit meertje liggen twee leuke dorpjes waarvan de huizen, zelfs de daken, uitsluitend van natuursteen gemaakt zijn.
In Chiavenna fiets ik langs een benzine station met een bord dat een temperatuur van 30 graad aangeeft.
Terugblik van Splügen. Nog een paar bochten en ik ben boven. |
|
Even pause en genieten van de uitzicht als ik boven aankom. |
|
Het "Lago di Montespluga" bied een geweldig panorama |
Van Chiavenna naar Maloja moet ik 1500 meter over een afstand van 45 km. overwinnen. Tot de grens is het verkeer tamelijk "heavy". Gelukkig wordt het daarna een beetje rustiger.
In Bondo is de weg door een tunnel voor fiesen verboden. Daarom maak ik een kleine omweg door een leuk dorp met een heel oude brug. In dit dal "Val Bregaglia" kom ik langs een paar middeleeuwse kastelen.
4 km voor de pashoogte zijn 13 haarspeldbochten (ik heb ze geteld) Het voordeel daarvan is dat ik vlug aan hoogte win en vlug in Maloja aankom. Voordat ik verder ga, zoek ik eerst een winkel waar ik het een en ander vind om mijn honger te stillen.
Ik stop bij het eerste meertje voor een pick-nick. Op dit hoogplatau kom ik nog langs een paar andere meertjes voordat ik in St. Moritz aankom.
|
Ik geniet van het schitterend blauwe meertje, sappig groene weiden, een blauwe hemel met een paar wolkjes, en larisken en sparrenwoud |
Voor de pashoogte in Maloja |
Brug in Bondo |
|
Het meer van St.Moritz |
De fietstour naar de Berninapas is van de sportieve kant gezien niet veel bijzonders maar van de natuur, iets geweldigs, met zicht op de met eeuwige sneeuw bedekte bergtoppen en gletscher. Op de pashoogte (2328 m.) = boven de boomgrens, heeft het meertje een melkachtige groene kleur.
Ik fiets maar 4 km. naar beneden en neem de eerste afslag, bij de Zwitserse douane, richting Forcola di Livigno. Ook hier is het Italiaanse douanekantoor boven op de pas. Ik fiets nu door ca. 20 km. tolvrij Italiaans gebied met als centrum Livigno. Hier begint een stuwmeer met aan de linker kant een tunnelgalerie van 9 km. Aan het einde, bij de stuwmuur moet ik voor een tunnel ongeveer 10 minuten wachten, die zo smal is, dat alleen maar eenrichting verkeer mogelijk is.
Aan de andere kant van de tunnel "Punt la Drossa"ben ik weer in Zwitserland en begin met de stijging naar Ova Spin. In Zernez zet ik mijn tent op. Vorig jaar,ook in september '05 was ik ook hier om de volgende dag de Albulapas te bestijgen. Helaas was het toen 'snachts zo koud geworden dat er sneeuw op de straat lag en ik met de trein naar huis gegaan ben. Maar voor dit jaar zijn de weersverwachtingen een stuk beter.
Stijging van de Bernina met Vadrat da Morteratsch Gletscher |
Een boomloos maar geweldig panorama op de Bernina pashoogte |
|
Livigno, rechts gaat het naar Bormio(Umbrail Stilfserjoch) en recht uit naar Punt la Drossa |
Een kaal landschap naar Linigno |
Stuwmeer en gallerie zijn 9 km lang |
|
Aan het einde van het stuwmeer is een 5 km. lange tunnel |
Van Zernez tot La Punt gaat het maar 214 m. omhoog, dus het hoogteverschil is haast niet te merken. Hier begint de Albulapas te stijgen. Het zijn maar 9 km. met 12% tot het hoogste punt.
Vorige week zondag was hier "Sow Up" dat is; één zondag in het jaar wordt de Pas voor gemotoriseerd verkeer gesloten. Allen door eigen kracht, fietsen scaten, ligfietsen en andere hulpmiddelen zijn toegestaan als er maar geen motor aan zit.
Vandaag zijn veel motorrijders en racefietsers onderweg. Fietsers met gewone fietsen en bagage niet veel. Ik zie er maar één op de pashoogte. Natuurlijk komen we in een gesprek, ik vind het leuk iemand tegen te komen met de zelfde instelling en te weten dat ik niet de enige ben die zulke gekke dingen doet.
Het is de mooiste afdaling van deze reis. Ik kom langs een smaragd-groen meertje, de Palpuognasee, Door Bergün naar Filisur, daar tref ik drie jagers (Jachtsaisoen is sinds kort geopend) Ze leggen me uit hoe ik bij de bekende Brug van Filisur kom. De trein van de Rhätische Bahn komt uit een verticale rotswand en gaat dan over een hoge brug die het dal overspant.
Ik ga nog tot Alvaneu-Bad naar beneden en begin met de Steiging naar Lenzerheide.
|
S-chant in Engardin. De Inn (van St. Moritz komend) is hier al aardig breed geworden. |
La Punt. Begin van de Albulapas. |
Meer van Palpuogna |
Architektuur van Grau Bünden |
|
Albulapass met een klein meertje |
Hier in Filisur komt de trein uit een verticale rotswand |
Jagdsaisoen is begonnen |
Brienz / Brinzauls |
Het stuk van Lenz over Lenzerheide, Parpan en Churwalden vind ik erg mooi. Het is een afdaling van 950 meter. Daarom kom ik al zo vroeg in Chur aan. Ik maak nog even een tourtje door de stad die ik zo mooi vind, een kopje koffie en dan richting Station voor de terugweg naar Bremgarten.
Precies een week geleden, ben ik in Andermatt begonnen. Het was werkelijk een buitengewoon mooie week en ik heb er van genoten. Het zijn 460 Kilometer geworden met een stijging van total 7781 meter.
|
Terugblik vanuit Lenz |
|
Tussen Lenzerheide en Valbella |
|
In precies een week van Andermatt naar Chur, 460 km. en 7781 m omhoog. |