nl Home
Een herfsttour door de zonnekamer van Zwitserland, Tessin, september 2018.
|
Gisterenavond stapte ik in Bremgarten op de trein naar Lugano door de langste tunnel van de wereld, 57 kilometer. Daarna fietste ik naar Agno aan het Lago di Lugano. Hier start ik mijn herfsttour door Tessin.
Ik rijd langs het Lago di Lugano naar Morcote |
Agno - Melano
Dag 1, zondag 9 september 2018
Afstand: ............39,40 km.
Hoogteverschil: 559 m.
Het uitzicht vanuit station Lugano |
Eigenlijk had ik deze tocht in het voorjaar willen maken, maar het weer was een
beetje van slag en heeft een streep door mijn plannen gezet.
Ik rijd langs het meer tot Morcote en zoek de trap die je moet beklimmen om bij de 13e eeuwse Chiesa di Santa Maria
del Sasso komen. Deze beroemde kerk (1470) moet je gezien hebben als je in de buurt bent.
Het is echter een hele klim, na 200 ben ik opgehouden met het tellen van de treden. Het moeten er wel 400 zijn.
Een paar kilometer verder maak ik een bocht naar Vico Morcote. Na 150 m. hoogteverschil ben ik er, en dan nog eens
300 m. om op de bergkam te komen, die via Carona, Ciona en Carabbia naar Paradiso voert.
Ik wil eigenlijk ook op de San Salvatore om van het uitzicht helemaal boven te genieten; er is echter geen weg
ernaar toe, alleen een voetpad. Ik ga met een treintje naar boven. En het is de moeite waard om de ritprijs te
betalen. Het uitzicht op het Meer van Lugano met de bergen en de bebouwing rond het meer is schitterend.
Terug in Morcote |
De 400 treden naar de kerk boven een helderblauw Meer van Lugano |
150 m hoger ligt Vico Morcote |
Uitzicht over Agno met links het vliegveld en rechts het Lago di Muzzano, gezien vanaf San Salvatore |
||
Het is erg steil naar San Salvatore |
|
Een vriendelijk echtpaar uit Jordanië |
Gezicht op het Lago di Lugano vanaf de San Salvatore |
Een hartelijk echtpaar uit Libanon zijn mijn reisgezellen naar boven en toevallig
ook weer naar beneden. Daar nemen we afscheid en ieder gaat weer zijn eigen weg. De mijne gaat naar Melano, camping
Monte Generosa.
Deze tijd van het jaar is een tent ideaal, er is plaats in overvloed , en er is altijd wel iemand waarmee je kunt
babbelen. Naast mijn tent staat die van een jonge man uit Lausanne, die onderweg is naar Indien via Kazachstan.
Hij heeft de reis goed voorbereid, de laatste jaren heeft hij veel gespaard en getraind om zijn droom te verwezenlijken.
Het stadsdeel Paradiso in Lugano |
Er is heel veel plaats in deze tijd van het jaar |
Camping Monte Generoso in Melano |
Melano - Laghetto di Astano
Dag 2, maandag 10 september 2018
Afstand: ............37,67 km.
Hoogteverschil: 470 m.
Afscheid van wereldreiziger en we gaan gescheiden wegen; hij in zuidelijke richting
en ik naar het westen.
Na 10 km rijd ik Italië in om over de brug in Ponte Tresa. (een gedeelde stad) weer in Zwitserland
te komen. Na een poosje rijd ik langs de Fume
Tresa in de richting van Luino tot Molinazzo di Monteggio. De etappe door
het Malcantone (een van de hoogtepunten van deze reis) begint hier.
Ik moet nog 400 m. omhoog naar de camping Laghetto di Astano. Omdat de zon nog hoog aan de hemel staat neem ik
In Sessa ( 655 inwoners) een lekkere kop koffie.
De Italiaanse kant van het Meer van Lugano |
Zwitserland aan de andere kant kant |
Op naar Malcantone |
De enige tent op camping Laghetto di Astano is van mij |
Het zijn allemaal mooie dorpjes die tegen de berg aan gebouwd zijn. Smalle steegjes
en meestal 1 of 2 kerken, een paar restaurantjes en een kleuterschool.
Het is pas 15.00 uur als ik mijn tent opzet. Ik maak een wandeling naar het meer. De campingbeheerder is een vriendelijke
80-jarige man, die Italiaans, Duits en Spaans spreekt.
Midden oktober vliegt hij naar Cuba om daar te overwinteren, om in het voorjaar de camping weer te openen. Er zijn
5 personen: de chef, zijn Cubaanse partner, twee mensen die hier wonen en ik.
Zo worden de meren gevuld |
Lagettho di Astano - Tenero
Dag 3, dinsdag 11 september 2018
Afstand: ............83,17 km.
Hoogteverschil: 800 m
Soms omhoog, dan weer omlaag |
Tegen de bergwand geplakte dorpjes |
In het centrum is het erg rustig |
Ik verheug me op de rit door het 20 km lange Malcantone. De weg brengt me op een
hoogte van 600 m. en loopt door kleine dorpjes die tegen de bergwand aan hangen. Het gaat omhoog of omlaag, vlak
moet hier een scheldwoord zijn.
Het is nog vroeg als ik via Bombinasco en Bungo door het grootste dorp Novaggio rijd. In een bakkerij koop ik wat
voor bij de koffie. Een oude man en vrouw vertellen elkaar de laatste nieuwtjes.
Ik bewonder de kriskras lopende steegjes en rijd naar de hoofdweg. Een politieagent die toezicht houdt op de asfaltering
van het kruispunt, is blij dat hij even een praatje kan maken. Ik had niet gedacht dat ik me met mijn paar woordjes
Italiaans zo goed verstaanbaar kan maken. Dat komt waarschijnlijk dat hij beter Duits spreekt dan ik Italiaans.
2 kerken in zo´n klein dorp |
||
Kerk in Novaggio |
|
Een scherts moet kunnen |
Ik rijd nog door de kleine dorpjes Miglieglia, Breno, Fescoggia tot Arosio, met een koffie-stop in Breno. Midden in het dorp staan een paar bankjes, maar ik zie geen mens, het lijkt uitgestorven. Wel zijn er genoeg zwaluwen,die met elkaar ruziën om een plaatsje op de telefoondraad. Misschien overdenken ze hier hoe ze het beste in Afrika komen. De straten van het dorp zijn verhard met kinderhoofdjes. Je moet heel langzaam rijden om niet onderuit te gaan.
Huizen uit natuursteen en veel groen Kinderhoofdjes zien er leuk uit maar om te fietsen …… |
||
Allemaal aan de kant voor een auto. Als ook ik voorbij ben gaan ze weer midden op de weg |
Als je rust nodig hebt, ga naar Malcantone |
Sommige oude boerderijen zijn vervallen |
En onbewoond, ver buiten het dorp |
Alsof het tegen de berg aan geplakt is |
Zoek het dorp, verstopt in bossen |
Arosio is het einde van het Malcantone. Als ik het dorp verlaat kan ik op een
bord leze dat de pas open is. Daar heb ik geen rekening mee gehouden dat de pas in de Winter gesloten is. Ik zie
de vele korte serpentinebochten die mij 400 m. lager naar Gravesano brengen. Ik kan me nu voorstellen dat het niet
mogelijk is de straat in de winter sneeuwvrij te houden. Daarvoor zijn de bochten veel te smal. Dat wil zeggen,
dat de hele streek Malcantone in de Winter von de zuidelijke kant verzorgd moet worden. Van Monteggio tot Arosio
zijn het 16 Kilometer en 500 meter hoogteverschil.
Via Monte Ceneri kom ik op de Magadino vlakte en is het niet ver meer naar Camping Lago Maggiore. Het is 15.00
uur als ik daar aankom.
Als de tent staat, ga ik naar het Verzasca stuwmeer
Ik wil de bekende Romeinse brug, Ponte dei Salti, zien. De zon is al achter de
bergen verdwenen, maar er zijn nog een paar mensen die een sprong in het koude water maken. Wat moedig!!!!
In Arosio rijd ik 400 m naar beneden |
´s middags rijd ik naar het Versascadal naar de Romeinse brug |
In de rivier zijn soms meertjes die diep genoeg zijn om te springen |
|
Romeinse brug |
En daar gaan ze |
in het koude water |
Romeinse brug met Lavertezzo op de achtergrond |
iets verder in het dal |
voetpad naar het dal einde in Sonogno |
Tenero - Faido
Dag 4, woensdag 12 september 2018
Afstand: ............60,66 km.
Hoogteverschil: 696 m.
Bellinzona met één van de 3 kastelen ^ Giornico, een van de kleine dorpjes in Leventina > |
De snelweg gaat door de berg, de oude weg met serpentinebochten erover heen en de trein maakt in de berg 2 volledige rondjes om hoogte te winnen |
Door de vlakke Magadino vlakte ben ik snel in Bellinzona.
Ik heb tijd om te stad goed te bekijken. Het is een mooie plaats met 3 burchten.
en een mooi centrum.
Tot Biasca is het nog steeds vlak en ik ben er rond het middaguur.
Na de lunch rijd ik langs de Ticino het dal van Leventino omhoog. Voordat ik weer ga klimmen drink ik in Gionico
koffie. De zon schijnt nog, maar de weersberichten zijn niet gunstig. Ik hoop dat ik zonder regen over de Gotthard
kom. Om 16.00 uur zet ik mijn tent op, op camping Gottardo, dicht bij Faido (Chiggiogna).
Voorlopig ben ik de enige, maar dan druppelen ook nog anderen binnen.
Faido - Altdorf
Dag 5, donderdag 13 september 2018
Afstand: ..............84,30 km.
Hoogteverschil: 1510 m.
|
||
In Airolo wordt de accu geladen en eet ik mijn ontbijt |
dan kan ik aan de klim beginnen |
Uitkijken dat ik de goede weg neem |
´s Nachts hoor ik regendruppels neerkomen en bedenk wat ik zal doen.Terug
naar Bellinzona en met de trein naar huis? Als ik opsta, zie ik de zon door het wolkendek piepen, en is de gedachte
om met de trein naar huis te gaan snel verdwenen.
Van Faido naar Airolo zijn het maar 22 km., maar een hoogteverschil van 500 m.
Bij aankomst in Airolo is de accu al aardig opgebruikt. Ik ga naar het toeristenbureau en vraag of ik mijn accu
een poosje aan de stroom kan liggen. Geen probleem … daar is het stopcontact. Ik ga ontbijten en ben over 1 à
2 uur terug.
Om 10.30 uur is de accu nog niet helemaal vol, maar tot de Gotthardpas moet het genoeg zijn.
Zo zien serpentinebochten er van onder af uit |
Rustig omhoog met af en toe een auto |
maar meestal fietsers |
Ik verlaat Airolo onder een stralende zon en een temperatuur van 26º.
De weg via de
Tremola is fantastisch, schitterende panorama´s. Hoe hoger ik kom
hoe lager de temperatuur, maar aangenaam om de klim te maken. Boven op de pas is het maar 17º.
Onder mij zie ik enige wielrenners omhoog komen, maar tegen een elektrische fiets moeten zij het afleggen. Een
van hen spreek ik op de pas. Hij komt uit Haarlem, en logeerd in Andermatt. Heen en terug van Andermatt naar Airolo
op één dag is een hele prestatie.
Kinderhoofdjes over de Tremola zijn niet ideaal om over te fietsen met smalle banden. |
Een man uit Haarlem |
Nu komt een afdaling van 1600m. over 50 kilometer naar Altdorf. Ik trek mijn jack
aan; ik zal het niet warm krijgen van inspanning en ik zal wel wat tegenwind hebben. Als ik beneden aankom, is
mijn accu weer half vol. Zonder tegenwind zou de accu wel tot driequart gevuld zijn
Tussen Altdorf en Flüelen kom ik langs een camping en daar zet ik mijn tent op.
Ook naar beneden is fantastisch |
De schaapjes zijn verzameld en ieder boer kan de zijne komen halen |
De Duivelssteen in Wassen |
Andermatt. Ik ga links de kloof van Schöllenen in, rechtsaf komt men bij de Oberalppas. Op deze pas kan men een wandeling maken naar de Tomasee, de bron van de Rijn |
Altdorf - Bremgarten
Dag 6, vrijdag 14 september 2018
Afstand: ............75,95 km.
Hoogteverschil: 425 m.
Gisterenavond begon het te regenen, maar om 06.00 uur vanmorgen hield het op.
Ik ben meteen opgestaan, want in de regen een tent inpakken en je spullen voor de reis klaarmaken is geen pretje.
Ik doe voor de zekerheid mijn poncho aan en vertrek om 7.00 uur. Het is nog koel en de wolken hangen laag.
De Axenstraße tot Sisikon (kanton Uri) is fantastisch. Een breed fietspad is van het overige verkeer gescheiden.
Jammer genoeg is het in Sisikon weer over en wordt het voor fietsers in kanton Schwyz levensgevaarlijk, een verhoogd
trottoir van ca. 1 meter breed met alleen een barrière aan de kant van het meer, aan de kant van de straat
is er geen afscherming van het voortrazende verkeer. Er rijdt veel vrachtverkeer en als je valt ….
Als je een fietser tegenkomt, moet je alle twee afstappen om langs elkaar te komen.
Ik rijd verder richting Brunnen, langs de Lauerzersee tot Goldau. Daar stop ik om te ontbijten, want ik heb alleen
maar een banaan gegeten.
Het derde meer waar ik vandaag langskom is het Meer van Zug.
In de hoofdstad van dit kanton neem ik een kop chocolademelk met iets lekkers er bij.
Het is nog maar 30 kilometer naar huis. De zon laat zich weer zien en de kerkklok slaat 12 uur als ik voor de huisdeur
sta.
De Axenstrasse langs de Urnersee |
Door een kijkgat zie je de Urnersee |
Langs de Lauerzersee. Om 9.00 uur nog steeds geen regen. ´s middags schijnt het zonnetje weer |