Dinsdag, 25. 03. 03. Guadix – Jaen, 125km.
Na een uitgeruste nacht en een heerlijk ontbijt, vertrok ik om 8.30 uur in N-Westerlijke richting. Hoemeer van
Guadix vandaan desto meer veranderde het rotsige landschap in een met olijven en sinasappels begroeide heuvellandschap.
Vanaf het oosten komend, is het niet gemakkelijk Jaen te bereiken. De straat verandert in één voor
wielrijders verboden autobaan.Hoe het dan verder gaat is een kwestie van gevoel. Er is geen wegwijzer te bekennen.
Bovendien begon het te regenen, zodat de regenkleding opgezocht werd.(gelukkig maar voor een half uurtje. In de
kleine dorpen, waar ik doorheen kwam, was geen gelegenheit voor overnachten.En bij dit weer wilde ik mijn kleine
tent (1,5kg. Voor noodgeval bedoeld ) niet opstellen. Dus verder fietsen! Even voor 19.00 uur kwam ik bij de “Oficina
de Tourismo” aan. Een kamer was gauw gevonden. Behalve de kathedraal, vond ik Jaen de minst interresante van alle
grote steden in Andalusie. Een gejaagde indruk, misschien lag het ook daaraan, dat het een te lange en inspannende
dag was geweest.
Grotwoning van binnen. Mijn 3 kamer apartement |
elke kamer ging verder de berg in |
Olijfplantages bij Jaén |
.