Vrijdag, 28. 03. 03. Cordoba – Lora del Rio, 88km.
Het weer is veranderd. De barometer staat vandaag op 1023 Mb. Gisteren was het nog 950.Mb.De wind is gedraaid en komt nu uit het westen, maar is gematigd. Vandaag gaat het hoofdzakelijk afzakken langs de Guadalquivir. De komende dagen zal hij mij tot de Atlantikkust begeleiden. Vanaf Sevilla wordt hij bevaarbaar. De Romeinen gebruikten deze vaarbaan reeds 2000 jaar geleden. Ze vervoerden het zilver uit de bergen van Asturien tot aan Sevilla en scheepten het vandaar uit naar Rome. Daarom heet deze route” Ruta de la Plata” (De Zilverweg) Ze liep van Gion aan de Golf van Biscaya naar Sevilla. Deze weg volgden ook de romeinse legers, die in Engeland lagen. Vorig jaar fietste ik van Sevilla deze weg tot Astorga waarna ik de Jokobsweg vervolgde tot Santiago de Compostela. Terug naar m’n fietstoer. Toen ik s’ochtends vroeg wilde starten, was m’n voorband ietwat zacht. Door een Industrieterrein, bereikte ik de fietsroete waar ik een Restaurant zag . Handarbeiders waren aan het schaften. Ik had ook behoefte aan een goed ontbijt en liet het me smaken. Voordat ik m’n weg vervolgde bekeek ik toch nog even m’n voorband en constateerde dat daar iets aangedaan moest worden. De eigenaar gaf me een bak met water. Voor de deur begon ik aan m’n karwij. Het duurde niet lang of ik was omringt door de mannen die ook hun hapje op hadden. En wilden weten waarvandaan ik kwam en waarnaartoe ik ging. Toen ik hen van m’n fietstocht vertelde namen enkele van hen m’n taak over en in een mum van tijd was de band geplakt en kon ik verder. Toen ik er 29 km. op had zitten kwam er een insect op m’n kilometerteller me gezelschap houden. 3 km. Lang heb ik hem een gratis lift gegeven tot hij waarschijnlijk dacht : “Als het niet sneller voorwaarts gaat, spreid ik m’n vleugels en weg was hij ! Het landschap van de Guadalquivir is erg vruchtbaar. Olijfbomen en sinasappelpantages wisselen elkaar af , zodat men sich afvraagt wie die sinaasappels allemaal opeten moet. Bonen, koren, vruchten en diverse groenten het hele dal staat er vol van. Na 60 km. hielt ik m’n middagpause in Palma del Rio. Toen in na het rusten verder wilde was m’n voorband weer aan de zachte kant. M’n eerst gedachten waren “hebben die werklui vanmorgen tog geen goed werk afgeleverd” Dat was maar een grapje ! Een klein gaatje op gelijke afstand van het ventiel als bij de eeste keer maar in tegenovergestelde richting. Er hat bij mij een lichtje moeten opgaan, maar pas een dag later bij de derde keer “ plat” heb ik de boosdoener gevonden. Een metaalsplinter was naar de binnenkant van de band binnengerongen. Met een tang kon ik hem wewijderen, en had gedurende de rest van de reis geen pech meer met m’n fiets. In Lora del Rio vond ik een leuk gebouwd Hostel. In het midden een grote patio, die door een glazen koepel bedekt was. Een veranda met typise andalusise bogen leidde naar de kamers.s’Avonds drink ik graag “una copa de vino tinto” met een aperitivo soms met olijven en knoflooktenen die gedrenkt zijn in olie, of gemengde noten, een stuk kaas of een schijfje worst. Daarin zijn de Spanjaarden fantasierijk. Alleen de rode wijn halen ze vaak uit de koelkast, wat niet zo smaakvol is. (In dit geval kan je vragen om "no frio".
Sinasappeplantages zo ver je kan kijken. |