Maandag, 31, 03. 03.  Sevilla – Jerez de la Frontera, 115 km.


Wie vanuit Sevilla naar het westen wil, moet nog in de stad de revier oversteken, want anders moet men tot Dos Hermanas fietsenen dat is een zeer drukke weg. Er zijn evenwel nog bruggen die echter voor wielrijders verboden zijn. Ik reed via Palacios y Villafranca naar het deltagebied van de Guadalquivir. De revier is hier breed geworden, en kilometers lange, kaarsrechte straten.Met de wind in de rug kan het tempo aardig oplopen. Vandaag had ik te kampen met de diepe gaten in het wegdek. Als je een moment niet oplet, heb je zeker schade aan het voorwiel. Om 14.00uur was ik in Trebujena, tijd voor het middagmaal. Ik zag een groep werkmensen een restaurant binnenstappen. Daar zullen ze wel vers gekookt hebben, dacht ik bij mezelf. Ik bestelde het menu “El Dia” Een bord met erwten en bonen in een pikante tomatensaus en verschillende kruiden lepelde ik naar binnen. Met een gemengde salade en als afsluiting een lekker kopje koffie was het perfect.Vanaf deze plek werd de weg weer wat heuvelachtiger. De eerste wijnstokken lieten zien, dat Jerez niet meer ver weg was. Het resultaat wilde ik graag proeven in de vorm van een glas sherry. Na het avondeten in het centrum van de stad wilde ik wel eens een Flamenco – avond bijwonen, maar de eerste uitvoering begon pas om 22.30 uur. Nu merkte ik, dat ik toch die 115 km. met gedeeltelijk tegenwind gefietst had. In plaats van een Liveshow heb ik er allen van gedroomd.


Vanaf hier kunnen de grote schepen varen tot de middenlandse zee

Een hacienda bij Jerez de la Frontera

                       

                 

           

terug                                                                                                                          volgende blz.